Interview

Op maandag 28 april 2014 heb ik de heer P. Rooks van de Historische Vereniging van Appelscha (HVA) geïnterviewd. De heer Rooks is bij de HVA verbonden aan de werkgroep historisch onderzoek. Tijdens mijn literatuuronderzoek ben ik op een aantal vragen gestuit die ik dhr. Rooks heb voorgelegd. Daarnaast heeft hij mij nog een aantal aanvullende feiten en wetenswaardigweden kunnen vertellen die bruikbaar waren voor mijn onderzoek. Hieronder volgt een kort verslag.

Allereerst vraag ik dhr. Rooks naar de betekenis van het woord Appelscha, aangezien ik in de literatuur verschillende betekenissen en verwijzingen voorbij heb zien komen. Dhr. Rooks kan hier eveneens geen eenduidige betekenis van het woord Appelscha geven. Waar volgens hem in de meeste bronnen van wordt gesproken is dat Appelscha verwijst naar een bos wilde appelbomen.

Vervolgens vraag ik dhr. Rooks naar de bewoning van Appelscha voor 1247. De eerste vermelding van Appelscha dateert namelijk uit 1247, maar in hoeverre was Appelscha daarvoor bewoond geweest? Dhr. Rooks vertelt dat er enkele opgravingen zijn gedaan die dateren van voor 1247, zoals potten en een offermes. Echter plaatst hij daar wel een kanttekening bij; het betreffen opgravingen van enkele objecten, waardoor de kans zeer groot is dat deze objecten door reizigers of rondtrekkende volkeren zijn achtergelaten. Aansluitend bespreek ik de door mij gevonden onderzoeksresultaten ten aanzien van de boerennederzetting Appelscha tussen 1400 en 1815. Dhr. Rooks weet mij daarbij duidelijkheid te verschaffen over de marsschen die ten noorden van Hoog-Apppelscha waren gelegen.
 

Waar ik eveneens weinig informatie over kon vinden is de molen die zichtbaar is op de kaart van Appelscha en omgeving omstreeks 1664. Dhr. Rooks kon hier zeer uitgebreid over uitwijden, aangezien hij hierzelf al eens een artikel over geschreven had in het vereningsblad van HVA 'De Soolstede'. In elk geval is de molen in een afgelegen gebied gebouwd om de speciale maalbelastingen (en de bijbehorende belastingcontroleurs) te kunnen ontduiken. Naast zijn kennis over deze specifieke roggemolen, kon dhr. Rooks mij ook meer informatie verschaffen over de ontwikkeling van diverse ambachten gedurende de 18e en de 19e eeuw. Enkele opvallende details daarin waren dat Appelscha korte tijd een scheepswerf en een zuivelfabriek hebben gehad.

Verder heeft dhr. Rooks zeer veel details verteld over de levensomstandigheden van de veenarbeider en rol van de Compagnons daarin. Zo werd het de veenarbeiders verplicht om bijvoobeeld boter te kopen bij een dure kruidenier (die zijn zaak pachtte van de Compagnons), terwijl de veenarbeiders de boter voor de helft goedkoper bij een boer konden weghalen. Daarentegen waren de Compagnons ook weer begaan met de levensomstandigheden van de veenarbeiders. Zo werd er onder andere een Reservekas opgericht, werden er voor de volksvermaak Bergfeesten gehouden en werd café Diligentia financieel ondersteund in de verbouw van de schuur tot een toneelzaal.

Ook heb ik met dhr. Rooks gesproken over de komst van de tram in Appelscha. De tram bleek ten opzichte van de omliggende dorpen Oosterwolde en Smilde relatief laat te zijn aangelegd. Naar verhouding heeft de tram betrekkelijk kort door Appelscha gereden. Vervolgens wijst Rooks mij op het feit dat er van deze tram, maar ook van diverse andere dorpsgezichten, een CD-ROM is samengesteld met daarop diverse prent briefkaarten van enkele dorpsgezichten. Deze CD-ROM heb ik van hem in bruikleen gekregen. Tevens heb ik een aantal oude uitgaven van het verenigingsblad 'De Soolstede' meegekregen, waarin diverse historische artikelen van Appelscha staan.

Al met al heb ik een zeer vruchtbaar interview gehad met dhr. Rooks. Graag wil ik hem en de Historische Vereniging van Appelscha hartelijk danken voor hun medewerking.

 

 

Bronnen


Dijkstra, K. (2014). Geschiedenis dorp Appelscha. Geraadpleegd via https://www.stellingwerf-heemkunde.nl/geschiedenis/dorpen/Appelscha/appelscha.htm

 

Het FriesArchiefNet (z.j.). Ooststellingwerf, hoe komen wij aan onze straatnamen? Geraadpleegd via https://www.friesarchiefnet.nl/index.php?view=article&id=87&option=com_content#3f

 

Lende, P. van der (z.j.). De esdorpen in Zuid-Oost Friesland. Geraadpleegd via https://www.stellingwerven.dds.nl/indexme/prodsysme/esdorpen.htm

 

Stenvert, R., Kolman, C., Broekhoven, S., Ginkel-Meester, S. van & Kuiper, Y. (2002). Monumenten in Nederland. Fryslân. Geraadpleegd via https://www.dbnl.org/

 

Mulder, G.P. ( 1981). De voorgeschiedenis van de Verveningen in Appelscha door Gezamentlijke Compagnons der Opsterlandsche en Ooststellingwerfsche Veenen en Vaarten. Oosterwolde: Van der Meer.

 

Jager, S., Ginkel, E. van (2005). Archeologie van de Stellingwerven. Assen: Koninklijke Van Gorcum BV.

 

Schuur, J., Frieswijk, J. & Steenmeijer-Wielenga, T (1992). Sociale Strijd in Appelscha. Oosterwolde: Drukkerij van der Meer.

 

Oosterwijk, T.H. (1986) Notities uit de geschiedenins van de Ooststellingwerfse dorpen. Oosterwolde: Drukkerij van der Meer.

 

Historische Vereniging van Appelscha. verenigingsblad De Soolstede. Diverse artikelen uit diverse uitgaven