Grondgebruik

Van origine is Appelscha een boerennederzetting. Tot 1825 vond op de essen ten oosten en westen van Hoog-Appelscha akkerbouw plaats. Op de zuidelijk gelegen woeste heidegronden vond veeteelt plaats. Ten noorden van Hoog-Appelscha lagen drassige marsschen (weilanden) die tot de rand van het hoogveen liepen. Deze marsschen of beter gezegd dalgronden, waren ontstaan nadat boeren de veengronden hadden afgegraven voor eigen gebruik (turf). Het hoogveen heeft tot ongeveer halverwege de marsschen gelegen. De marsschen was een overgangsgebied tussen enerzijds de hogergelegen zandrug van Hoog-Appelsche en anderzijds het lager gelegen hoogveen.

 


Turfsteker Appelscha (Bron: Historische Vereniging van Appelscha)


Echter, tussen 1825 en 1900 vond er op grote schaal turfwinning plaats in het Appelsche-Veen, wat ten noorden van Hoog-Appelsche was gelegen. Nadat de turfwinning door de komst van steenkool stagneerde, werden de ontgonnen veengronden in gebruik genomen door de boeren. Mede door de komst van kunstmest verplaatsen de boeren hun veeteelt naar de noordelijke dalgronden. Daarnaast was het oprukkende stuifzand op de woeste gronden ten zuiden van Hoog-Appelsche een tweede reden voor de boeren om hun veeteelt te verplaatsen. Ter bescherming van de boerderijen en de akkers start Staatsbosbeheer met de aanplant van bos. Hiervoor werden hoofdzakelijk dennenbomen gebruikt die eventueel later als stuthout voor de steenkolenmijnen in Limburg konden gaan dienen.
 


Beboste duinen Appelscha 1933 (Bron https://www.stellingwerf-heemkunde.nl/geschiedenis/dorpen/Appelscha/appelscha.htm)


Het ontstane stuifzandgebied werd in de loop van de 20e eeuw steeds interessanter voor toeristen. Daarnaast bleek Appelscha ook een zeer geschikte rustige, schone en centrale plek voor vestiging van de internaten Us Blauw Hiem en Aekinga en de vestiging van volkssanatorium Beatrixoord.

In de tweede helft van de 20e eeuw hadden de boerderijen ter hoogte van Hoog-Appelsche grotendeels hun landbouwfunctie al verloren. Op de vroegere brink werden enkele cafés en het pretpark Duinen Zathe gevestigd, welke zorgden voor een extra toeristische impuls voor Appelscha. Daarnaast werden via nieuwbouwprojecten extra woningen gerealiseerd op de voormalige marsschen.