Nederzetting

Appelscha is een dorp in de gemeente Ooststellingwerf dat circa 4700 inwoners telt. Het is gelegen in de zuidoosthoek van Friesland tegen de Drentse grens aan. De dorpen Smilde en Oosterwolde zijn ten oosten en westen van Appelscha gelegen. Ten zuiden bevindt zich het nationale park Drents-Friese Wold en ten noorden het natuurgebied Fochtelooerveen. De Opsterlandse Compagnonsvaart is dwars door Appelscha gelegen.


Bovenaanzicht Appelscha en omgeving (Bron: Google Maps)

 

Eerste sporen van bewoning
De nederzetting Appelscha wordt voor het eerst in 1247 vermeld in het archief van klooster Dikninge als Appels. Er werd een vermelding gemaakt van de kerkgemeenschap van de 'Trefkerk'. Deze Trefkerk vormde een centraal punt tussen de oostelijk gelegen buurtschappen Hoog-Appelscha en Aekinga, het westelijke gelegen buurtschap Terwisscha en het zuidwestelijk gelegen buurtschap De Bult. Volgens diverse historici zou Appels en het latere Appelsche en Appelscha verwijzen naar een bos met wilde appelbomen en/of een afgeleide van "apa" wat water betekend.

In de 20e eeuw zijn bij diverse opgravingen diverse sporen van bewoning rondom Appelscha aangetroffen. Er is ondermeer een exotisch offermes gevonden wat dateert uit de Bronstijd. Op het kerkhof aan de Oosterse es zijn scherven van twee potten gevonden die dateren van de 5e eeuw na Christus. Vermoedelijk zijn deze sporen afkomstig van migrerende stammen of van een autochtone groep bewoners.


Rijvormig esdorp
Omstreeks 1400 bestond Appelsche uit 23 boerderijen en ±100 bewoners. Hoog-Appelsche vormde met 14 boerderijen het grootste buurtschap en lag ter hoogte van de huidige Boerestreek. De boerderijen waren gelegen op een korte smalle zandrug die in het Saalien was ontstaan. Aangezien de zandrug betrekkelijk smal was waren de boerderijen en de bijbehorende essen op een rij gelegen. Aan de noordzijde van de boerderijen bevonden zich de Steegden en de Marsschen gelegen. Deze lager gelegen drassige gronden werden doorsneden door de Riemsloot. Een strook grond aan de achterzijde van de boerderijen vormde de Mandebrink. Ten zuiden van Hoog-Applesche waren woeste heide- en zandgronden gelegen.

 

 

Schets Hoog-Appelsche omstreeks 1400 (Bron: Oosterwijk, T.H. (1986). Notities uit de geschiedenis van de Ooststellingwerfse dorpen)

 


Appelsche en omgeving in 1664 (Bron: https://www.stellingwerf-heemkunde.nl/geschiedenis/dorpen/Appelscha/appelscha.htm)

 

Vaartdorp
In 17e en de 18e eeuw heeft veencompagnie De Compagnons onder leiding van de familie Lycklama à Nijeholt de veengebieden in het gebied Heerenveen-Jubbega grootendeels ontgonnen. De Compagnons besloten de veenontginningen verder oostwaarts te gaan verplaatsen. De familie Lycklama à Nijeholt begon eind 18e eeuw met het gefaseerd opkopen van de ondoordringbare hoogveengebieden ten noorden van Hoog-Appelsche. Deze hoogveengebieden werden relatief makkelijk door de boerengemeenschap van de hand gedaan. Afgezien van de persoonlijke turfvoorziening, hadden deze gebieden weinig te bieden voor de boeren.

De plannen voor de veenontginning ten noorden van Appelscha werden met de komst van de Opsterlandse Compagnonsvaart in 1817-1818 bekrachtigd. Deze vaart werd vanuit Oosterwolde verder doorgetrokken naar Appelscha. Het uiteindelijke doel van de Compagnons met de Opsterlandse Compagnonsvaart was het realiseren van een aansluiting met de Drentse Hoofdvaart in Smilde. Echter heeft dit door bestuurlijke en economische invloeden nog ruim een halve eeuw op zich laten wachten.

Ter hoogte van Appelscha moest vanwege hoogteverschil in de Opsterlandse Compagnonsvaart een tweetal sluizen geslagen worden: de zevende sluis en de achtste sluis. Aan beide zijden van de vaart kwam spoedig woningbouw tot stand volgens strikte regels van de Compagnons. Rond 1826 vestigen zich de eerste veenarbeiders zich in deze nieuwe nederzetting genaamd Nieuw-Appelscha. Naar mate de veenontginningen vorderden, hoe meer inwoners zich gingen vestigen in Nieuw-Appelscha. Op het hoogtepunt in 1880 telde Nieuw-Appelscha 2450 inwoners die zich hoofdzakelijk in één lang lint langs de vaart hadden gevestigd.



Zichtbare scheiding Hoog-Appelscha en Appelscha in 1927 (bron: https://www.frieslandopdekaart.nl/bedrijven/templates/fodk.php?pagina=kaarten_per_plaats&klant=frieslandopdekaart&taal=nederlands&plaats=appelscha&aanroep=plaats)

 

Appelscha: één dorp
Pas na de Tweede Wereldoorlog heeft de gemeente Ooststellingwerf besloten om Hoog-Appelsche, of inmiddels in de volksmond Oud-Appelscha genoemd, te verbinden aan Nieuw-Appelscha. De eerste stap werd gezet in de jaren '50. Toen werd de driehoek tussen de vaart en de Oosterse Es bebouwd. De boerderijen aan de Boerestreek hadden toentertijd inmiddels grotendeels hun landbouwfunctie al verloren, waardoor de nieuwbouw op relatief weinig verzet stuitte. Later in de jaren '80 werd met de ontwikkeling van noordwestelijke Steegde-kwartier Oud-Appelscha volledig samengevoegd met Nieuw-Appelscha. Het dorp ging verder als Appelscha. Omstreeks 2000 zijn er aan de noordzijde van de vaart twee kleinschalige woonwijken gerealiseerd.



Luchtfoto Appelscha (Bron: Historische Vereniging van Appelscha)